8. Geen data, geen normering
Om een advies te kunnen uitbrengen over n-termen, is data nodig. Veel data. En docenten. Hun rol is cruciaal. Zij leveren ons namelijk data die we elk jaar in de normering gebruiken. Harco Weemink is manager normering en digitalisering, en verantwoordelijk voor het proces. “Het is elke keer weer een flinke klus met een pittig stukje rekenwerk.” Waren er bijzondere uitdagingen in 2025?
Verschillende normeringsbronnen
Het team van Harco bestaat uit totaal vier personen die het hele jaar bezig zijn met normering. Zij worden ondersteund door collega’s van onder meer de psychometrische afdeling en team procesvoering.
“Een belangrijk onderdeel in ons werk is het verzamelen van data via pre- en posttesten en via Wolf. De piek ligt in mei en juni, als we het College voor Toetsen en Examens (CvTE) adviseren over de n-termen van alle centrale examens in het voortgezet onderwijs”, vertelt Harco. “De data halen we op uit verschillende normeringsbronnen. En voor al die bronnen hebben we docenten nodig. De input van docenten is dus essentieel om te kunnen analyseren en te adviseren over de normering.”
“De data halen we op uit verschillende normeringsbronnen. En voor al die bronnen hebben we docenten nodig. De input van docenten is dus essentieel om te kunnen analyseren en te adviseren over de normering.”


Data spreekt
Als alle data beschikbaar is, komt de fase van de technische analyse. Op basis van deze analyses gaan de vak-experts van CvTE en Stichting Cito met elkaar in gesprek en worden allerlei inhoudelijke zaken zorgvuldig bekeken en gewogen. Zijn er dingen opgevallen in 2025? Harco: “In 2025 hebben we voor het eerst een centraal examen gecompenseerd met 0,2 punt vanwege tijdnood. Die tijdnood kwam overduidelijk naar voren na het analyseren van de afnamedata die we via onze applicatie Wolf hadden ontvangen van docenten. Daar moet je dan echt wat mee.”
Harco noemt nog een voorbeeld uit het centraal examen vmbo Frans 2025: “Uit de data bleek dat een aantal eindexamenleerlingen mogelijk op het verkeerde spoor waren gezet. Bij deze vraag moesten leerlingen aangeven welke afbeelding past bij wat in de tekst over Dubai beschreven werd. Het juiste antwoord was de afbeelding van de skyline van Dubai. Deze afbeelding was achteraf niet zo duidelijk. Een andere afbeelding toonde het bovenaanzicht van een kunstmatig palmeiland aan de kust van Dubai. Sommige leerlingen zagen hier een ananasvorm in en hadden onbedoeld de link gelegd met de gebouwen in ananasvorm waarnaar ook werd verwezen in de tekst. Deze vraag heeft mogelijk meer voorkennis gemeten dan leesvaardigheid en daardoor is besloten om te compenseren.”
Wolf
De applicatie Wolf wordt gebruikt door docenten om scores van eindexamenleerlingen aan Stichting Cito door te geven. Ook ondersteunt Wolf de docenten bij de afstemming tussen de eerste en de tweede corrector.
Veel van de data die voor de normering wordt gebruikt is beschikbaar voor docenten. Bijvoorbeeld de afnamegegevens van de vragen uit de examens van tijdvak 1 en de landelijke resultaten per examen. Deze afnamegegevens kunnen docenten helpen om hun resultaten te analyseren of om een schooleigen toets samen te stellen. Meer weten?
Proces
Bij het adviseren over de n-termen zijn zo’n 800 docenten betrokken via activiteiten als pretesten, posttesten en standaardsettingen. Daarnaast delen vele docenten elk jaar hun schatting over de moeilijkheid van de opgaven. In 2025 ontvingen we docentoordelen van zo’n 45.000 docenten.
Wat betekent een n-term cijfer?
De n-term compenseert voor verschillen in moeilijkheid. Want hoe goed we ook ons best doen, centrale examens zijn door de jaren heen niet altijd even moeilijk. Bij een relatief makkelijk examen moet de leerling meer scorepunten halen voor een voldoende; de n-term is dan laag (minimaal 0,0). Omgekeerd zijn bij een moeilijker examen minder scorepunten nodig; de n-term is dan hoger (maximaal 2,0 in principe).